Inleiding

Peinzend werd er naar de molen opgekeken. Het ding is serieus groot. Op ‘t moment stond i stil. Er staat nauwelijks wind, genoeg om de boot voort te doen kruipen, maar onvoldoende om de molen te laten draaien. ’Als we straks nou veel van die molens hebben, voor onze energievoorziening, wat doen we dan op dit soort momenten?’

Een goede vraag. Zeilers willen graag windkracht vier, maar weten ook dat die er lang niet altijd staat. In het bijzonder niet in het weekend dat zij nu juist wilden gaan zeilen. Voor een land dat dag in, dag uit energie gebruikt, vormt uitval een nadeel.

Fossiele brandstoffen kunnen worden verbrand wanneer het uitkomt. De vraag naar energie kan altijd meteen worden beantwoord. Het feit dat wind en zon zelf bepalen wanneer zij produceren, schept een geheel nieuwe problematiek.

Wie met het autotootje, of, voor de dapperen onder ons, met de fiets, van het oude land het nieuwe inrijdt, ziet windmolens van horizon tot horizon. De Flevopolder telt ondertussen aardig wat windmolens, en ook in en langs het IJsselmeer is men druk aan het plaatsen.

Zon en wind zijn energiebronnen met een lage energiedichtheid in vergelijk met wat we nu zijn gewend van fossiele brandstoffen. We zullen meer moeite moeten doen, meer middelen moeten inzetten om hetzelfde niveau te behouden.

Hoe groot zijn deze problemen eigenlijk? Hoe ziet een voltooide energietransitie er eigenlijk uit?

Probeer de volgende vragen eens te beantwoorden. Wees niet bang om een gokje te doen. Hoeveel oppervlak van Nederland is er nodig om aan ons energiegebruik te voldoen met behulp van de wind? Hoeveel dagen per jaar waait het onvoldoende om in onze behoefte te voorzien? Hebben we in de winter iets aan zonne-energie? Is een combinatie van wind- en zonne-energie in staat om Nederland continu van energie te voorzien? Is het bijplaatsen van enkele kerncentrales afdoende om wind- en zonarme perioden door te komen?

Het is verbazingwekkend moeilijk om daar als geïnteresseerde burger een goed beeld van te krijgen. Informatie blijft vaak steken in details. Dat maakt het lastig een inschatting te maken met welke middelen de transitie het beste voltooid kan worden. Toch is het absoluut van belang daar een beeld van te krijgen. Als onze huidige ideeën en oplossingen niet zouden blijken te werken op de schaal die uiteindelijk nodig is, dan is er veel tijd en moeite verloren gegaan. Het is nuttig te proberen een beeld te krijgen van de grootte van de onderneming en de middelen die daarbij moeten worden ingezet.

Dat is wat dit project poogt te doen.

Het doel is om verschillende mogelijke inrichtingen van een energiemix door te rekenen om een idee te krijgen van de gevolgen de gekozen oplossing. Welke ‘mix’ levert een haalbare oplossing op? De bedoeling is niet om een conclusie te souffleren. Het doel is uit te vinden hoe het zit, hoe het werkt. Puzzel gerust mee. Overtuig jezelf, in plaats van je te laten overtuigen. Dit project is onstaan uit een groepje mensen die chocolade wilde kunnen maken uit de constante stroom van media-artikelen en onderzoeken. Die wilden begrijpen hoe een energietransitie werkt, misschien wel net zoals jijzelf.

Een aantal uitgangspunten zijn belangrijk in de aanpak die hier wordt gehanteerd.

De interesse gaat uit naar een voltooide energietransitie. De manier waarop er invulling wordt gegeven aan de huidige energietransitie, is door in te zetten op het behalen van klimaatdoelen. De middelen waarmee een klimaatdoel wordt bereikt zijn echter niet noodzakelijkerwijs de middelen waarmee ook net zero behaald kan worden. Het kan zelfs averechts werken als de oplossingen waarvoor wordt gekozen inadequaat zijn om de transitie te volbrengen. Nadenken over een voltooide energietransitie dwingt tot nadenken over schaal. Ideeën die werken op kleine schaal doen dat niet noodzakelijkerwijs ook op grote schaal.

De berekeningen moeten gebonden zijn aan ons totale energieverbruik. De productie van hernieuwbare bronnen wordt vaak afgezet tegen het elektriciteitgebruik van huishoudens. Elektriciteit vormt echter maar een beperkt gedeelte van het energiegebruik van een huishouden en huishoudens zijn maar een beperkt gedeelte van de economie. De berekeningen zullen uitgaan van het totale energieverbuik in Nederland: huishoudens, industrie, vervoer, alles.

De energievoorziening moet gewaarborgd blijven. Het uitgangspunt is dat Nederland niet zonder energie mag komen te zitten. Dat betekent dat als er variabele energiebronnen worden gebruikt (zon en wind) de fluctuaties daarvan zullen moeten worden opgevangen door een alternatief.

De boekhouding moet kloppen. Niets is makkelijker dan ons er van af te maken door eenvoudigweg alle energie uit het buitenland te betrekken. Het buitenland moet dat gewoon groen doen en we zijn collectief in één keer van ons schuldgevoel af. Knaagt er toch iets? Uiteindelijk is net zero een mondiaal probleem. Hier wordt het benaderd door alleen naar Nederland te kijken. De productie van energie moet daarbij kunnen worden verantwoord. Een model dat energie importeert van elders, is lek. Waait het wel bij de buren? Hebben zij wel de energiecentrales neergezet die wij kennelijk niet bereid zijn te betalen?

De berekeningen richten zich in eerste instantie op fysieke haalbaarheid. Dat wil niet zeggen dat economie niet belangrijk is. Integendeel. De energietransitie is een massieve onderneming in vergelijk waarbij de Deltawerken kinderspel zijn. Ineffectieve keuzes kunnen duur uitpakken. Kosten zijn echter moeilijk te schatten. Het is afhankelijk van de ervaring die men met een proces heeft, de te produceren aantallen, van regelgeving. Al deze zaken veranderen in de loop van tijd. Wat misschien beter is dan kosten inschatten, is te proberen de fysieke gevolgen van een bepaalde keuze te achterhalen. Hoeveel windmolens zijn er nodig? Hoeveel energiecentrales? Het geeft een beeld van de complexiteit van de oplossing. Meer infrastructuur kost meer moeite om te realiseren. Een complexere oplossing is waarschijnlijk ook duurder.